Landing Craft Assault – L9521
Nederland zat vanaf 1950 in Indië. Voor dat gebied bleken landingsvaartuigen erg geschikt. Tot die tijd had Nederland oude landingsvaartuigen overgenomen van de Engelse en Amerikaanse Marine.
Nu wilde Nederland eigen vaartuigen hebben, waaronder een aantal kleine. Deze kleine landingsvaartuigen, genaamd LCA (Landing Craft Assault) waren specifiek geschikt voor troepentransport.
De opdracht tot de bouw van deze 6 vaartuigen werd gegund aan de Groningse scheepswerf v/h Botje, Ensing & Co.
Deze oude werf bestond al in 1856 en werd in 1878 eigendom van Cornelis Botje en Willem Ensing. In 1901 kreeg de werf bovenstaande naam. Niet veel later werd dit een van de grootste bedrijven van Groningen. Tijdens de 2e WO werden zij gedwongen om Duitse mijnenvegers te bouwen. Na de 2e WO nam zoon Everhard Botje de leiding van de fabriek over.
In 1956 werden 6 LCA’s gebouwd specifiek voor het Korps Mariniers in Nederlands Nieuw Guinea. Op 18 Juli 1956 werden zij officieel in dienst gesteld. De vaartuigen waren van staal en hadden 2 motoren van het bekende nederlandse merk Kromhout, type 6GSK-108, een 6 cilinder motor met 75PK. Zij waren 14,85 meter lang en 3,55 meter breed. Diepgang van 1,45 meter met een waterverplaatsing van 16,5 ton wanneer deze vol beladen was. De bemanning bestond uit 3 koppen en de boten haalden een snelheid van ongeveer 9 knopen.
Tussen 1956 en 1962 hebben veel mariniers in Nederlands Nieuw Guinea dienst gedaan. Naast deze kleine landingsvaartuigen waren daar ook een aantal grote de zgn. LCPR. Aan het eind van deze periode zijn bijna alle landingsvaartuigen daar achtergebleven.
Behalve de L9521 en L9526. Deze kwamen terug naar Nederland. De L9521 ging naar de Joost Dourlein kazerne op Texel, toen nog “de Mok” geheten, en de andere, L9526, is naar het duikopleidingsschip de Soemba in Den Oever gegaan. Op 5 november 1974 zijn zij officieel uit dienst gesteld en verkocht via de Domeinen aan particuliere bedrijven.
Tot halverwege de jaren zeventig van de 20e eeuw heeft het Korps Mariniers met de Landing Craft Assault (LCA) gevaren. De Stichting Keep them landing is nog in het bezit van een exemplaar van dit type landingsvaartuig.
Bouwjaar | 1956 |
Materiaal | Staal |
Lengte | 14,50 meter |
Breedte | 3,75 meter |
Hoogte | 2,35 meter |
Gewicht | 12 ton |
Diepgang | 1,20 meter |
Voortstuwing | 2 x Kromhout diesel 75 pk |
Aandrijving | 2 x vaste schroefas |
Bemanning | 2 personen: 1x kwartiermeester(1e bestuurder), 1x matroos(2e bestuurder) |
Transport | 25 man |
Snelheid | 10 knopen |
Bewapening | 1 x BAR 7,62 machinegeweer |
Bijzondere uitrusting | 1 x marifoon |
Serienummers | L9520, L9521, L9522, L9523, L9524, L9525 |
Missies | Nederlands Nieuw Guinea |